Snijgereedschappen

De afkortzaag

Bij het werken met de penmachine worden de werkstukken

eerst op lengte afgekort vooraleer de pennen te frezen. 

Het zaagblad is bijgevolg zijdelings verstelbaar maar ook in

de hoogte in functie van de tafelhoogte. De draairichting

is gericht naar de tafelgeleider toe. Bij het afkorten kunnen de 

afgezaagde stukjes teruggeslagen worden in de werkplaats.

Dit vormt een gevaar voor personen in de omgeving. 

We kunnen dit vermijden door een zaagblad met een 

A-tandvorm te plaatsen.

De pennenkoppen

De penmachine van het type voor de schrijnwerkerij is 

uitgerust met twee recht boven elkaar geplaatste 

beitelblokken. Ze zijn recht boven elkaar geplaatst zodat

dunne pennen niet kunnen trillen. De beide koppen kunnen

voor- en achteruit versteld worden om de pennen van

een toesteek te voorzien aan de gepaarde of 

de ongepaarde zijde. De hoogteverstelling van de onderste

kop is afhankelijk van de mogelijkheid tot hoogteregeling

van de tafel. Indien de tafel vast is, kan de onderste kop 

geregeld worden of omgekeerd.Het bovenste blok is altijd

in de hoogte verstelbaar om de pendikte te regelen. 

De draairichting van de pennenkoppen is tegengesteld 

zodat steeds tegenlopend verspaand wordt.

De verticale as

Op deze as worden de snijgereedschappen geplaatst die nodig 

zijn bij bepaalde penverbindingen. De as is verplaatsbaar in 

de hoogte en voor- en achteruit om de werkdiepte te regelen.

Bij penmachines voor raamfabricage kunnen verlengde assen

voorzien worden om grote freescombinaties te plaatsen.